Nieuwbouw moderne villa

Als jongetje van tien tekende Leonard al zijn eigen huis. Geïnspireerd door de technische tekeningen van zijn vader bedacht hij een slimme, volumineuze woning met veel lichtinval. Jaren later, als man met vrouw en twee kinderen, deelde hij zijn jeugdschets met de architect en formuleerde daarmee de uitgangspunten van een droomwoning in het groene gebied van Harmelen.

“Dit is het eerste huis dat van onszelf is. Daarvoor huurden we in diverse buitenlandse steden. Toen we de kavel kochten, zaten we nog in Mexico, maar wisten we al wel dat we definitief terug wilden naar Nederland. Dit huis is dus niet voor een periode van twee tot drie jaar, maar eerder voor twintig jaar. Toekomstbestendig dus.

Of ik de bouw spannend vond? Nou, nee, dat viel eigenlijk wel mee. Het ontwerpproces met architect Maarten Engel was wat betreft spannender omdat dat nog remote was. Met hem overlegden we vooral online. Net voordat Bouwbedrijf Van Leeuwen startte, waren we terug in het land. Ik ging eens in de twee dagen kijken, kon alles volgen en zag het huis groeien.

Horrorverhalen
De horrorverhalen die we vooraf over aannemers hoorden, waren trouwens wel spannend, maar hebben wij totaal niet ervaren. De bouw verliep snel. In zo’n acht maanden is alles neergezet. Dankzij het gunstige weer kon men op volle kracht doorgaan. Tijdens de oplevering was de architect zeer te spreken. ‘Hoge kwaliteit. Alles zit goed in elkaar. Ze hebben echt goed werk geleverd.’ We zaten dus met ons verhaal aan de andere kant van het spectrum. Bedoel, als je op een paar kleine dingen na die al bekend zijn, aan het einde alleen maar vaststelt dat de kleur van de plintjes net niet die van de deurkozijnen is, zit je toch op een hoog niveau.

Het wordt wel erg groot
Onze selectie bestond uit vijf bouwbedrijven. Van Leeuwen zat daarbij. Van de architect begrepen we dat zij de nodige vrijstaande woningen gebouwd hebben die vergelijkbaar zijn. Niet zozeer qua stijl, maar wel qua niveau van afwerking. Met Robert heb ik ontzettend veel gepraat. Het klikte volledig en het aanbod was gewoon goed. We hadden het idee dat hij met goede mensen aan de slag zou gaan. De referenties die ik sprak, bevestigden dat. En tja, het bouwen van een woning is altijd duurder dan je hoopt, maar we hadden niet het gevoel dat we een hele rare prijs ging betalen.

Een bijzonder momenten beleefden we aan het begin van de bouw. Alles wat er op de kavel stond, kweekkas, bomen, struiken, was weggehaald. Terwijl de graafmachine er nog stond, keken we in een enorme kuil van zo’n drie meter diep, acht meter breed en twintig meter lang, bedoeld voor de onderkeldering van het huis. ‘Oei, het wordt wel erg groot’, dachten we nog. Zo’n moment beleefden we ook op dag dat de glaspanelen bezorgd werden. Die waren heel hoog en vier centimeter dik. Toen dacht ik wel: ‘Waar zijn we aan begonnen?’.

Aan wennen
Ik ben te spreken over de dialoog. Alle communicatie verliep soepel, met Jory op de bouwplaats, uitvoerder Kees tijdens het wekelijkse overleg en Robert als er ergens geschakeld moet worden. Voor besprekingen zat ik regelmatig in de keet. Had dan mijn eigen lijstje bij me. Als ik voor m’n werk op reis was, probeerde ik in te bellen. Daar moesten ze wel even aan wennen. Grappig ook dat de stewardess er telkens doorheen bleek te praten. Schijnbaar werkt het toch beter als je erbij zit.

Cockpit
Het idee dat ik ooit als kind had, is met dit huis werkelijkheid geworden. Dankzij het vele glas heb je het gevoel dat je je in een cockpit bevindt, waarin je van drie kanten naar buiten kan kijken. Ondanks dat we dicht bij de bewoonde wereld zitten, hebben we een soort van vergezicht. We zien niet alleen het bos van Utrechts Landschap, maar kijken ook vrij weg, zo’n twee kilometer over de weilanden. Daarbij wisselt het uitzicht dankzij de seizoenen continue. Echt mooi.

Het huis zelf is enorm fijn. Alle delen zijn goed te gebruiken. Op de een-of-andere wijze zat dat idee al in mijn jeugdschets. De kinderen vinden het prachtig. Op de eerste verdieping hebben ze een eigen kamer plus een af te sluiten gang waarin ze samen spelen. Kans is groot dat die nu bezaaid met Lego is. Het huis is weliswaar groot, maar voelt niet als enorm. Daar het relatief laag, langwerpig en ingetogen is, ervaren wij het als comfortabel, huiselijk en gezellig. Het is geen enorm ding waar je in verdwaalt. Geen museumhuis. Het is een huis om in te leven.”